Op een gentlemen’s agreement bouw je geen rechtsstaat

Terwijl politici van de grootste partijen in Nederland grondwettelijke bepalingen inzetten als onderwerp van debat en compromis vraag ik me af hoe stevig deze rechtsstatelijke fundamenten zijn verankert in onze rechtsstaat. Een aantal belangrijke punten hebben hier meer weg van een veredeld gentlemen’s agreement dan van een stevige juridisch afdwingbare bepaling.
door Laura Davies
  • Onderwerpen:
  •  
  • Blog

Lees de originele bijdrage op de website van Bij Nader Inzien.

Op een gentlemen’s agreement bouw je geen rechtsstaat

In de aanloop naar de laatste Tweede Kamerverkiezingen bleek dat de partijprogramma’s van maar liefst tien politieke partijen botsen met de beginselen van de rechtsstaat. Een rechtsstaat dient ertoe om burgers te beschermen tegen machtsmisbruik door de overheid. Daarom moet in een rechtstaat de overheid zich, net zoals de burgers, aan de wet houden. De Nationale Orde van Advocaten onderzocht de partijprogramma’s van achttien partijen en constateerde dat ruim de helft niet voldoet aan de minimumnormen van de rechtsstaat.

Het programma van de grootste partij — de PVV — botst op maar liefst vijf punten en is daarmee in strijd met de Grondwet, het Europees recht en internationale verdragen. Daarnaast worden de plannen van de PVV om TBS en taakstraffen te verbieden en minimumstraffen te verplichten door de Orde gezien als een beperking voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Bovendien is de PVV van plan om de klimaatwet direct ‘door de shredder’ te halen. Ze vertikken het om nóg meer geld meer uit te geven aan ‘onzinnige klimaatwaanzin’. Interessant daarbij is dat de partij enerzijds niet gelooft in klimaatverandering, maar anderzijds ook extra geld wil uittrekken om de dijken te verhogen. Het is alsof ze zeggen: het zal heus zo’n vaart niet lopen, maar misschien is het toch verstandig om een paar voorzorgsmaatregelen te treffen. Gewoon voor de zekerheid.

De gemiddelde Nederlander

De Nederlandse verkiezingsuitslag werd op de Russische staatstelevisie gevierd en Hongaarse premier Victor Orbán was er als de kippen bij om Geert Wilders persoonlijk op X te feliciteren. Hoewel het voor sommigen een teken aan de wand is wanneer deze twee landen, die het in de regel niet nauw nemen met de rechtsstaat, onze verkiezingsuitslag toejuichen, lijkt de gemiddelde Nederlander hier toch niet erg van te schrikken. Na een korte golf van ongeloof verstomt de verontwaardiging snel. Kennelijk heerst er in Nederland een groot vertrouwen in onze politici, de rechtsstatelijke cultuur en grondwettelijke waarborgen.

Zelfs nu zien we Nederland als een tolerant, verlicht en gaaf land

Deze reactie op de verkiezingsuitslag is in haar mildheid typerend voor het Nederlandse ego. Anno 2023 hebben we nog altijd een naïef en verouderd zelfbeeld van Nederland als ‘verlicht gidsland’. Nederland dat het eerste homohuwelijk legaliseerde. Nederland waar al vanaf de 16e eeuw alle geloven in harmonie met elkaar kunnen samenleven. Nederland waarin iedereen gelijk is.

En we blijven aan dit zelfbeeld vasthouden, ook wanneer de haat tegen homo’s toeneemt, religieuze scholen en boeken dreigen te worden verboden en het eerste artikel van de Grondwet blijkbaar toch niet voor iedereen geldt. Zelfs nu we steeds vaker worden geconfronteerd met een beweging die gelooft dat onze politici een ‘ nepparlement’ of ‘ partijkartel’ vormen, onze rechters ‘ knettergek’ en ‘ laf’ zijn en kritische journalisten kunnen worden weggezet als ‘ tuig van de richel’. Zelfs nu zien we Nederland als een tolerant, verlicht en gaaf land met een stevig verankerde rechtsstatelijke cultuur.

Maar is dat wel terecht? Want in tegenstelling tot wat we vaak willen geloven hebben een aantal van onze belangrijke rechtsstatelijke waarborgen meer weg van een gentlemen’s agreement dan van een afdwingbare regel.

Heel goede traditie

Een goed voorbeeld hiervan is de benoeming van de rechters van de Hoge Raad. De Hoge Raad is de hoogste rechterlijke instantie van ons land en vervult een belangrijke functie binnen de rechtsstaat. In een rechtsstaat is iedereen, ook politici, gebonden aan de wet en beoordelen onafhankelijke rechters of die wetten inderdaad worden opgevolgd. Om deze onafhankelijkheid te verzekeren worden rechters ‘voor het leven’ benoemd: ze kunnen niet tussentijds worden ontslagen wanneer een uitspraak politici niet bevalt. In 2011 stelde Wilders overigens voor om dit ontslagverbod uit de Grondwet te schrappen en rechters te ontslaan als blijkt dat ze ‘ niet zwaar genoeg straffen’. Maar wat betreft de benoeming van rechters in de Hoge Raad is deze onafhankelijkheid niet goed gewaarborgd.

Wat als de integriteit van de beschaafde heren in de toekomst misschien een keer ontbreekt?

De benoemingsprocedure gaat als volgt: De Hoge Raad stelt een lijst van zes kandidaten voor waarvan de Tweede Kamer er drie selecteert. Hieruit benoemt de regering de bovenste, de voorgestelde nummer één. Hoewel dit in de regel vrijwel altijd gebeurt, is de regering hier niet wettelijk toe verplicht. Politici kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om kandidaten onderaan de lijst te selecteren.

Dit is niet direct problematisch, maar dat politici invloed kunnen uitoefenen op de benoeming van onze hoogste rechters staat wel op gespannen voet met de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. In 2011 was Geert Wilders het bijvoorbeeld niet eens met de benoeming van een lid van de Hoge Raad, dat hij ‘ te politiek’ vond. Wilders stemde blanco waarmee de stemming ongeldig was. De Kamervoorzitter merkte op dat hiermee ‘ een heel goede traditie in de kamer was doorbroken’.

We vertrouwen erop dat onze politici als gentlemen deze ‘goede tradities’ respecteren, maar we hebben geen wettelijke maatregelen om dit ook af te dwingen. Een gentlemen’s agreement werkt alleen als beide partijen integer zijn. Maar wat blijft hiervan over, wanneer de integriteit van de beschaafde heren in de toekomst misschien een keer ontbreekt?

Een ander voorbeeld is het verbod op constitutionele toetsing. Dit is één van de unieke kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat en houdt in dat de rechter niet mag toetsen of een door politici opgestelde wet strijdig is met de Grondwet. Ook hier vertrouwen we erop dat de wetgever, als ware ‘gentleman’, heus geen wetten zal aannemen die botsen met de constitutie. Als hij dat wel doet, dan kan de rechter deze wetten gelukkig nog toetsen aan internationaal recht. Maar dat is niet zonder risico. Want wanneer deze wetten sneuvelen in de rechtbank, dan wordt de rechter gedwongen om — met een Europees verdrag in de hand — positie te nemen tegenover democratisch verkozen politici. De beschuldiging van rechterlijk activisme en ‘Brusselse bemoeienis’ is dan makkelijk gemaakt.

Net zoals je huwelijkse voorwaarden het best kunt opstellen wanneer je nog verliefd op elkaar bent, is het belangrijk om juist nu kritisch te reflecteren

Kortom: op een gentlemen’s agreement kun je geen rechtsstaat bouwen, want je weet nooit wanneer de gentlemen zullen worden vervangen door een stel lomperiken. Laten we hopen dat het nu meevalt, maar juist dan moeten we niet te lang wachten. Net zoals je huwelijkse voorwaarden het best kunt opstellen wanneer je nog verliefd op elkaar bent en niet als je al in scheiding ligt, is het belangrijk om juist nu kritisch te reflecteren op onze eigen rechtsstatelijke zwaktes.

Het zal heus zo’n vaart niet lopen. Maar misschien is het dan toch verstandig om een paar voorzorgsmaatregelen te treffen. Gewoon voor de zekerheid.

Laura Davies

Deel je reactie hieronder